"cara" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "cara" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈka.ɾa/.
De directe vertaling van "cara" is "gezicht". In sommige contexten kan het ook "masker" of "gezichtsveld" betekenen.
In het Spaans verwijst "cara" voornamelijk naar het gezicht of het vooraanzicht van een object. Het wordt veel gebruikt in zowel gesproken als geschreven taal, met een lichte voorkeur voor gesproken taal door de alledaagse aard van het woord.
Voorbeeldzinnen:
- "Ella tiene una cara muy hermosa."
(Zij heeft een heel mooi gezicht.)
Er zijn verschillende idiomatische uitdrukkingen waarin "cara" voorkomt:
"Tener buena cara"
(Een goede uitstraling hebben.)
Voorbeeld: "Cuando llegó, tenía buena cara."
(Toen hij aankwam, had hij een goede uitstraling.)
"Poner cara de póker"
(Een pokerface hebben.)
Voorbeeld: "A pesar de la noticia, él puso cara de póker."
(Ondanks het nieuws had hij een pokerface.)
"Cara a cara"
(Van gezicht tot gezicht.)
Voorbeeld: "Hablamos cara a cara sobre el asunto."
(We spraken van gezicht tot gezicht over de zaak.)
Het woord "cara" komt van het Latijnse "cāra", wat "gezicht" of "masker" betekent. Het is gerelateerd aan het Oudfranse woord "carre", dat ook verschillende betekenissen had, waaronder het gezicht.
Synoniemen: - "rostro" (in meer formele contexten, ook gezicht) - "faz" (in sommige contexten, meer poëtisch)
Antoniemen: - "espalda" (rug, als in het tegenovergestelde van het gezicht)
Met deze informatie heeft u een goed overzicht van het woord "cara" in de Spaanse taal.