"Cuajar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "cuajar" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /kwaˈxaɾ/.
"Cuajar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "stollen", "vast worden" of "bezinken", afhankelijk van de context.
"Cuajar" betekent in het Spaans letterlijk dat iets stolt, bijvoorbeeld wanneer vloeistoffen veranderen in vaste stoffen. Het is ook een uitdrukking die in bredere zin kan verwijzen naar het idee dat iets zich vestigt of zich in een bepaalde toestand ontwikkelt. Het woord wordt relatief vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven Spaans, afhankelijk van de context, vooral in de context van koken (bijvoorbeeld het stollen van een gerecht) en in figuratieve zin (zoals in de ontwikkeling of stabilisatie van een plan of situatie).
El flan necesita cuajar antes de servirlo.
(De flan moet stollen voordat je het serveert.)
Los sueños tardan en cuajar, pero con esfuerzo se pueden lograr.
(Dromen hebben tijd nodig om zich te vestigen, maar met inspanning kunnen ze worden bereikt.)
"Cuajar" komt in verschillende idiomatische uitdrukkingen voor, wat zijn veelzijdige gebruik in de Spaanse taal benadrukt.
A veces las ideas no cuajan al primer intento.
(Soms vestigen de ideeën zich niet bij de eerste poging.)
Es un proyecto que ha costado mucho trabajo, pero finalmente ha cuajado.
(Het is een project dat veel werk heeft gekost, maar het heeft uiteindelijk vorm gekregen.)
La colaboración entre los equipos finalmente ha cuajado, logrando resultados espectaculares.
(De samenwerking tussen de teams heeft eindelijk vruchten afgeworpen, met spectaculaire resultaten.)
Het woord "cuajar" komt van het Latijnse "coaguāre," wat "samenstollen" of "samenkomen" betekent. De verandering van de stam en klank weerspiegelt de typische evolutie van het Spaans uit het Latijn.
Door zijn veelzijdigheid en gebruik in verschillende contexten, blijft "cuajar" een belangrijk woord in de Spaanse taal.