"Curar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "curar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /kuˈɾaɾ/.
"Curar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "genezen", "verzorgen" of "behandelen".
"Curar" betekent in het Spaans het proces van genezen of herstellen van een ziekte of verwonding. Het wordt vaak gebruikt in medisch en spiritueel jargon. De frequentie van het gebruik is vrij hoog in zowel gesproken als geschreven contexten. In gesprekken komt het vaak voor in medische of emotionele contexten.
Necesitamos curar a este paciente antes de que empeore.
(We moeten deze patiënt genezen voordat hij slechter wordt.)
Ella decidió curar su corazón roto con amor propio.
(Ze besloot haar gebroken hart te genezen met zelfliefde.)
Het woord "curar" komt voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen.
Curar el alma
(De ziel genezen)
"La meditación puede ayudar a curar el alma."
(Meditatie kan helpen de ziel te genezen.)
Curar heridas
(Wonden genezen)
"Es importante aprender a curar heridas emocionales."
(Het is belangrijk om te leren emotionele wonden te genezen.)
Curarse en salud
(Zichzelf beschermen)
"Debes curarte en salud antes de que sea demasiado tarde."
(Je moet jezelf beschermen voordat het te laat is.)
No hay mal que por bien no venga
(Geen kwaad dat niet ten goede komt) – vaak gebruikt in contexten waarin genezing of verbetering uiteindelijk het resultaat is van een negatief gebeuren.
"Después de tanto sufrimiento, finalmente encontró la paz; no hay mal que por bien no venga."
(Na zoveel lijden vond hij uiteindelijk vrede; er is geen kwaad dat niet ten goede komt.)
Het woord "curar" komt van het Latijnse "curare", wat "zorgen voor" of "genezen" betekent.