Het woord "dado" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "dado" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈda.ðo/.
Het woord "dado" vertaalt naar "dobbelsteen" in het Nederlands. In architectonische context kan het ook verwijzen naar "plint" of "basis".
In het Spaans betekent "dado" in de meeste gevallen een dobbelsteen, een object dat in spellen wordt gebruikt waarbij men gebruik maakt van de ogen om kansen te bepalen. Het woord kan echter ook in andere contexten worden gebruikt. In de architectuur betekent "dado" de basis of plint van een gebouw of object.
De gebruiksfrequentie van "dado" is hoog, vooral in speelse contexten. Het wordt vaker gebruikt in gesproken taal.
"Het kind gooide de dobbelsteen en het resultaat was zes."
"Colocamos un dado en la esquina de la mesa para jugar."
Het woord "dado" wordt vaak gebruikt in enkele idiomatische uitdrukkingen, voornamelijk in de context van gokken en spelletjes.
"De dobbelstenen gooien." (Dit betekent een kans nemen of iets riskeren.)
"Dado que estamos aquí, ¿por qué no quedarnos un rato más?"
"Aangezien we hier zijn, waarom zouden we niet nog even blijven?"
"No hay dado que no se pueda tirar."
Het woord "dado" komt van het Latijnse datum, dat "gegeven" betekent. Het idee van "gegeven" kan gerelateerd zijn aan het idee dat de uitkomsten van een dobbelsteenworp willekeurig zijn en als "gegeven" worden beschouwd.
Synoniemen: - Dados (meervoud) - Cubo (in bepaalde contexten, hoewel dit ook "blok" betekent)
Antoniemen: - Geen directe antoniemen, maar in de context van spelletjes zou "perder" (verliezen) als een tegenpool kunnen worden gezien van "ganar" (winnen), waarbij het niet succesvol gooien van de dobbelsteen een negatieve connotatie heeft.
Met de bovenstaande informatie hoop ik dat je een volledig begrip hebt gekregen van het woord "dado".