Woordklasse: Voornaamwoord
Fonetische transcriptie (IPA): /de/
Betekenissen: 1. Heten, van, over. 2. Van de, van de kant van.
Gebruikspatronen: Het woord "de" wordt vaak gebruikt in het Nederlands om aan te geven van wie of waar iets is. Het wordt zowel veel gebruikt in gesproken als geschreven taal.
Voorbeelden in zinnen: 1. De boeken liggen op tafel. (De boeken liggen op tafel.) 2. De kat van de buurman is zwart. (De kat van de buurman is zwart.)
Het woord "de" wordt niet vaak gebruikt als onderdeel van idiomatische uitdrukkingen in het Spaans.
Het voornaamwoord "de" heeft zijn oorsprong in het Latijnse "de" wat "van" of "over" betekent.
Synoniemen: - Van - Uit
Antoniemen: - Naar - Zonder
De informatie heeft betrekking op het Spaanse woord 'de' zoals het voorkomt in Nederlandse context.