"De cuchara" is een zelfstandig naamwoord.
/spuˈɾa/
Het woord "cuchara" verwijst naar een eet- of kookgerei dat meestal wordt gebruikt om voedsel te scheppen, te mengen of te eten. Het kan ook meer algemeen worden gebruikt in de context van keukengerei en bestek.
In het Spaans wordt "cuchara" in zowel gesproken als geschreven vorm frequent gebruikt, vooral in culinair gerelateerde teksten en alledaagse gesprekken. Het woord komt vaak voor in instructies voor het koken, restaurants of in beschrijvingen van maaltijden.
"Necesito una cuchara para revolver la sopa."
"Ik heb een lepel nodig om de soep te roeren."
"La cuchara está en la mesa junto al plato."
"De lepel ligt op de tafel naast het bord."
Het woord "cuchara" is niet heel gebruikelijk in idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele zinnen waarin het voorkomt:
"Con cuchara y tenedor"
"Met lepel en vork."
Dit wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar een maaltijd of gezelligheid, zoals in "Eten met goede vrienden is altijd beter, con cuchara y tenedor."
"Comer con cuchara grande"
"Eten met een grote lepel."
Dit betekent dat iemand gul of met grote porties eet. Bijvoorbeeld: "A ella le gusta comer con cuchara grande, siempre pide más."
"Cucharas de plata"
"Zilveren lepels."
Dit kan verwijzen naar luxe of elegantie, bijvoorbeeld: "En su casa siempre hay cucharas de plata en la mesa."
Het woord "cuchara" heeft zijn oorsprong in het Latijnse woord "cochlea," dat oorspronkelijk een schelp betekent, maar later ook buiten deze context is gebruikt om te verwijzen naar een lepel. De ontwikkeling van het woord heeft geleid tot zijn huidige vorm in het Spaans.
Synoniemen: - Cucharón (grote lepel) - Cuchara de madera (houten lepel)
Antoniemen: - Tenedor (vork) - Cuchillo (mes)
Het woord "cuchara" is dus veelzijdig en diep geworteld in zowel de Nederlandse als de Spaanse taal, met een belangrijke rol in de culinaire wereld.