Het Spaans woord "defraudar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "defraudar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /de.frau̯ˈðaɾ/.
"Defraudar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "bedriegen", "misleiden" of "fraude plegen".
"Defraudar" betekent om iemand te bedriegen of te misleiden, vaak in de context van financiële of juridische frauduleuze handelingen. Het wordt veelal gebruikt in juridische contexten en kan ook verschijnen in algemene conversaties over bedrog. Het woord is met name gangbaar in geschreven teksten, zoals juridische documenten, maar komt ook voor in dagelijkse gesprekken.
No se debe defraudar a los inversores con información falsa.
Men moet investeerders niet bedriegen met valse informatie.
El banco tomó medidas para evitar que alguien defraude a sus clientes.
De bank nam maatregelen om te voorkomen dat iemand zijn klanten bedriegt.
In het Spaans zijn er enkele idiomatische uitdrukkingen die het woord "defraudar" bevatten. Hier zijn er een paar:
Defraudar la confianza
Dit betekent om het vertrouwen te bedriegen.
Al hacer esto, realmente estás defraudando la confianza de tus amigos.
Door dit te doen, bedrog je echt het vertrouwen van je vrienden.
No quiero defraudar las expectativas
Dit betekent dat je niet wilt teleurstellen.
Trabajé duro porque no quiero defraudar las expectativas de mi familia.
Ik heb hard gewerkt omdat ik de verwachtingen van mijn familie niet wil teleurstellen.
Temo defraudar a mis profesores
Dit betekent dat je bang bent je leraren teleur te stellen.
A veces siento que puedo defraudar a mis profesores si no obtengo buenas calificaciones.
Soms voel ik dat ik mijn leraren kan teleurstellen als ik geen goede cijfers haal.
Het woord "defraudar" komt van het Latijnse "fraudare", wat 'bedriegen' of 'misleiden' betekent, en is afgeleid van "fraus", wat 'bedrog' betekent.
Synoniemen: - Engañar (bedriegen) - Estafar (oplichten)
Antoniemen: - Honrar (eren) - Verdadear (waarheid vertellen)