"del" is een samentrekking van het Spaanse woord "de" (van) en het lidwoord "el" (de/hij). Het functioneert als een voorzetsel in de Nederlandse taal.
De fonetische transcriptie van "del" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /del/.
"del" kan worden vertaald naar het Nederlands als "van de" of "van het". De context waarin het wordt gebruikt, bepaalt de juiste vertaling.
"Del" wordt vaak gebruikt om eigenaarschap, afkomst of relatie aan te geven in de Spaanse taal. Het is een veelvoorkomend aspect in zowel gesproken als geschreven Spaans, hoewel het soms vaker in geschreven contexten voorkomt. De gebruiksfrequentie is hoog vanwege de algemene toepassing van het voorzetsel in zinnen.
Het boek van de professor is interessant.
La casa del perro está en el jardín.
Het woord "del" wordt in verschillende uitdrukkingen gebruikt:
"Om de waarheid te zeggen, ben ik blij met het resultaat."
"No tengo miedo del futuro."
"Ik ben niet bang van de toekomst."
"Siempre habla del tiempo."
"Hij/zij praat altijd over het weer."
"Estoy cansado del trabajo."
"Ik ben moe van het werk."
"No me acuerdo del nombre."
"Del" is een samentrekking die is ontstaan uit het Latijnse "de" en heeft zich door de evolutie van de taal gehandhaafd in het Spaans. Het gebruik van samentrekkingen is een veelvoorkomend kenmerk in het Spaans om de spraak te vergemakkelijken.
Antoniemen voor "del" zijn niet direct van toepassing, omdat "del" een voorzetsel is dat een specifieke relatie en context aangeeft, maar er zijn woorden die in andere contexten een tegenovergestelde betekenis kunnen hebben, zoals "a" (naar).