Het woord "demoler" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "demoler" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /de.moˈleɾ/
"Demoler" kan vertaald worden naar het Nederlands als: - afbreken - slopen
"Demoler" betekent het afbreken of slopen van een structuur, zoals een gebouw of een andere constructie. Het woord wordt vaak gebruikt in zowel de gesproken als de geschreven taal, vooral in een militaire, bouwkundige of architectonische context. Het gebruiksfrequentie is vrij hoog in deze domeinen, vooral in nieuwsartikelen, technische documenten, en gesprekken over constructie.
La empresa va a demoler el edificio antiguo la próxima semana.
(Het bedrijf zal het oude gebouw volgende week afbreken.)
Los ingenieros planean demoler el puente para construir uno nuevo.
(De ingenieurs zijn van plan de brug af te breken om een nieuwe te bouwen.)
"Demoler" komt niet vaak voor in idiomatische uitdrukkingen, maar het concept van afbreken of verwoesten kan wel worden gebruikt in verschillende contexten. Hier zijn enkele uitdrukkingen en zinnen waarin het woord voorkomt:
No se puede demoler lo que se ha construido con esfuerzo.
(Je kunt niet afbreken wat met moeite is opgebouwd.)
La guerra sólo sirve para demoler los sueños de un país.
(Oorlog dient alleen om de dromen van een land te verwoesten.)
A veces hay que demoler viejas creencias para crecer.
(Soms moet je oude overtuigingen afbreken om te groeien.)
"Demoler" is afgeleid van het Latijnse woord "demoliri", waarbij "de-" een afleiding is die 'van' of 'weg' betekent en "moliri" betekent 'opbouwen' of 'bouwen'. Dus, de combinatie betekent letterlijk 'wegnemen wat gebouwd is'.