Het woord "descanso" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "descanso" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet is /desˈkan.so/.
"Descanso" kan in het Nederlands vertaald worden als "rust", "pauze", of "ontspanning".
In het Spaans verwijst "descanso" naar een periode van rust of ontspanning, vaak tegenwicht voor een periode van activiteit of werk. Het woord wordt frequent gebruikt in zowel gesproken als geschreven taal. Het wordt vaak gebruikt in de context van werk- of studiepauzes, maar ook in een bredere zin om tijd aan te duiden die men neemt om zich te ontspannen.
Na een hele dag werken heb ik een goede rust nodig.
El descanso es importante para mantener la salud mental.
Rust is belangrijk om de mentale gezondheid te behouden.
Tomé un descanso en el parque para disfrutar del aire fresco.
In het Spaans komt "descanso" ook voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Er is geen rust voor de dapperen.
Hacer un descanso.
Een pauze nemen.
Dar un descanso.
Iemand een rustpauze geven.
Descanso eterno.
Eeuwige rust (een eufemisme voor de dood).
Vacaciones de descanso.
Vakantie van ontspanning.
Descanso reparador.
Het woord "descanso" komt van het werkwoord "descansar", dat "zich uitrusten" of "rusten" betekent. De wortels van het woord zijn Latijns, afgeleid van "requiescere", wat "rusten" betekent.
Synoniemen: - Reposo (rust) - Pausa (pauze) - Relajación (ontspanning)
Antoniemen: - Trabajo (werk) - Actividad (activiteit) - Estrés (stress)
Met deze informatie heb je een uitgebreid overzicht van het woord "descanso" in verschillende contexten.