Het woord "descender" is een werkwoord in de infinitiefvorm.
IPA: /desˈθendeɾ/ (In het Spaans van Spanje)
IPA: /desˈsendeɾ/ (In het Spaans van Latijns-Amerika)
"Descender" betekent in het Spaans "te dalen", "af te nemen" of "te verminderen". Het wordt vaak gebruikt in verschillende contexten, zoals in de natuur (bijvoorbeeld het dalen van een verheven gebied), de wet (de afname van iets dat legaal moet zijn), of nautische contexten (zoals het dalen van een schip). Het woord wordt zowel in gesproken als geschreven Spaans vaak gebruikt, met een lichte voorkeur voor geschreven contexten.
El el viento comenzó a descender con fuerza al final de la tarde.
(De wind begon in de namiddag sterk af te nemen.)
Tuvieron que descender la velocidad del barco para evitar un accidente.
(Ze moesten de snelheid van het schip verlagen om een ongeluk te voorkomen.)
El precio de la vivienda tiende a descender en áreas menos demandadas.
(De huizenprijzen hebben de neiging te dalen in minder gewilde gebieden.)
"Descender" wordt in verschillende idiomatische uitdrukkingen gebruikt. Hier zijn enkele voorbeelden:
Descender de los cielos
(Dalen uit de hemel) - Gebruikt om iets te beschrijven dat uitzonderlijk of onverklaarbaar goed is.
Ejemplo: "Su talento parece descender de los cielos."
(Haar talent lijkt uit de hemel te komen.)
Descender a lo más profundo
(Dalen naar de diepste [plek]) - Dit kan betekenen dat iemand in een emotionele of mentale crisis verkeert.
Ejemplo: "Después de la pérdida, ella descendió a lo más profundo de la tristeza."
(Na het verlies daalde zij in de diepste wanhoop.)
No descender del caballo
(Niet van het paard afdalen) - Met deze uitdrukking wordt bedoeld dat iemand zijn hoge status of trots verliest.
Ejemplo: "A pesar de las dificultades, él decidió no descender del caballo."
(Ondanks de moeilijkheden besloot hij zijn trots niet te verliezen.)
Het woord "descender" komt van het Latijnse "descendere", dat is samengesteld uit "de" (af) en "scandere" (klimmen, stijgen). Het idee van dalen of afnemen is dus inherent aan de oorsprong van het woord.