Het woord "desenmascarar" is een werkwoord in de infinitiefvorm.
De fonetische transcriptie van "desenmascarar" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /desenmaskaˈɾaɾ/.
De vertaalopties voor "desenmascarar" in het Nederlands zijn: - Onthullen - Ontmaskeren - Blootleggen
"Desenmascarar" betekent letterlijk "een masker afnemen" en figuurlijk "de ware aard van iets of iemand onthullen", vaak in de context van het blootleggen van bedrog, hypocrisie of andere oneerlijke gedragingen. Het woord wordt zowel in gesproken als geschreven Spaans gebruikt, maar de frequentie van gebruik kan hoger zijn in geschreven teksten, zoals journalistiek of literatuur, waar onthullingen of kritische analyses aan de orde komen.
De journalist besloot de corruptie in de overheid te onmaskeren.
Fue difícil desenmascarar a la persona detrás de la estafa.
Het was moeilijk om de persoon achter de oplichting te onthullen.
La investigación servirá para desenmascarar la verdad sobre la situación.
"Desenmascarar" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen die te maken hebben met het onthullen van waarheden of bedrog.
Het ontmaskeren van een leugen is essentieel voor de rechtvaardigheid.
La auditoría anual pretende desenmascarar los errores financieros de la empresa.
De jaarlijkse audit heeft tot doel de financiële fouten van het bedrijf bloot te leggen.
Desenmascarar a los falsos amigos es una tarea complicada.
Het ontmaskeren van valse vrienden is een ingewikkelde taak.
A veces es necesario desenmascarar las intenciones ocultas de las personas.
Soms is het nodig om de verborgen intenties van mensen te onthullen.
La novela se centra en desenmascarar las intrigas de la alta sociedad.
Het woord "desenmascarar" is afgeleid van het Spaanse woord "mascara," wat "masker" betekent, met het voorvoegsel "des-" dat een ontkenning of omkering aanduidt. Dit voorvoegsel is gebruikelijk in de Spaanse taal en benadrukt het idee van iets afnemen of onthullen.
Synoniemen: - Desvelar (onthullen) - Revelar (openbaren)
Antoniemen: - Enmascarar (maskeren) - Ocultar (verbergen)