"Despedazar" is een werkwoord in de Spaanse taal.
De fonetische transcriptie van "despedazar" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IFA) is /despeðaˈθaɾ/ in het Castiliaans en /despeðaˈzaɾ/ in het Spaans dat in Latijns-Amerika wordt gesproken.
"Despedazar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "verpulveren", "in stukken scheuren" of "verwoesten", afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt.
"Despedazar" betekent letterlijk iets in stukken te scheuren of te verwoesten. Het kan ook figuurlijk worden gebruikt om te verwijzen naar het vernietigen of verstoren van iets, zoals een idee of een plan. Het woord wordt zowel in de gesproken als geschreven taal gebruikt, maar het komt vaker voor in schriftelijke contexten, vooral in literatuur of formele teksten.
El lobo decidió despedazar a su presa.
(De wolf besloot zijn prooi te verscheuren.)
No debería despedazar los documentos importantes.
(Je zou de belangrijke documenten niet moeten verscheuren.)
"Despedazar" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Toch kan het in verschillende contexten worden gebruikt om een sterkere emotionele lading over te brengen. Hier zijn enkele zinnen die de betekenis van het woord illustreren:
La crítica despedazó su reputación.
(De kritiek verwoestte zijn reputatie.)
A veces es necesario despedazar viejos prejuicios.
(Soms is het nodig om oude vooroordelen te vernietigen.)
"Despedazar" is afgeleid van het Spaanse voorvoegsel "des-", dat een afname of vernietiging aangeeft, en "pedazo", wat "stuk" betekent. De samenvoeging suggereert het idee van iets in stukken scheuren of verdelen.
Synoniemen: - Desmenuzar (vermalen) - Triturar (molen) - Romper (breken)
Antoniemen: - Unir (verbinden) - Completar (voltooien) - Conservar (bewaren)