"Despedir" is een werkwoord in de onbepaalde vorm (infinitief) en behoort tot de regelmatige werkwoorden in de Spaanse taal.
De fonetische transcriptie van "despedir" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /despeˈðiɾ/.
Het werkwoord "despedir" kan verschillende betekenissen hebben, afhankelijk van de context: 1. Iemand ontslaan van zijn of haar werk. 2. Iemand vaarwel zeggen (afscheid nemen). 3. Een bepaalde geur, warmte of andere stof afscheiden.
In de Spaanse taal wordt "despedir" vaak in formele contexten gebruikt, vooral in zakelijke omgevingen, wanneer het gaat om ontslagen. Het komt ook voor in meer informele, emotionele contexten, zoals het nemen van afscheid van vrienden of familie.
Despedir a un empleado siempre es una decisión difícil.
(Iemand ontslaan is altijd een moeilijke beslissing.)
Voy a despedir a mi amigo en el aeropuerto.
(Ik ga afscheid nemen van mijn vriend op het vliegveld.)
La empresa decidió despedir a varios trabajadores.
(Het bedrijf besloot meerdere werknemers te ontslaan.)
"Despedir" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen en contexten, zoals:
Despedir con honores
(Afscheid nemen met eer).
Ejemplo: El jefe decidió despedir a su asistente con honores.
(De baas besloot zijn assistent met eer afscheid te nemen.)
Despedir a alguien a la francesa
(Iemand op een onbeleefde manier laten gaan).
Ejemplo: Despidieron al Director a la francesa, sin un adiós formal.
(Ze hebben de directeur op een onbeleefde manier laten gaan, zonder een formeel afscheid.)
Despedir fuego
(Vuur afscheiden).
Ejemplo: El dragón despedía fuego por la boca.
(De draak blies vuur uit zijn mond.)
"Despedir" komt van het Latijnse woord "despēdire", dat "afscheid nemen" of "versturen" betekent, met het voorvoegsel "des-" wat een omkering of afstand aanduidt, en "pēdire" dat "zenden" of "verzenden" betekent.
Synoniemen:
- Echar (ontslagen of afzetten)
- Separar (scheiden)
Antoniemen:
- Contratar (in dienst nemen)
- Recibir (ontvangen)