"Desplazar" is een werkwoord in de Spaanse taal.
De fonetische transcriptie van "desplazar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /desplaˈθaɾ/ in Castiliaans en /desplaˈsaɾ/ in andere varianten zoals het Amerikaans Spaans.
De meest voorkomende vertalingen van "desplazar" naar het Nederlands zijn: - Verplaatsen - Verschuiven - Vervangen
"Desplazar" betekent over het algemeen het verplaatsen of verschuiven van iets van de ene naar de andere plaats. Het kan ook verwijzen naar het verplaatsen van mensen, bijvoorbeeld in het context van migratie of vervoer. In het Spaans wordt het woord vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven teksten, waarbij het gebruik in geschreven context iets vaker voorkomt, vooral in formele teksten of documenten.
Es necesario desplazar la reunión a la próxima semana.
(Het is nodig om de vergadering naar volgende week te verplaatsen.)
Puedes desplazar la silla para tener más espacio.
(Je kunt de stoel verschuiven om meer ruimte te hebben.)
"Desplazar" komt ook voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
No hay que desplazar la responsabilidad a otros.
(Je moet de verantwoordelijkheid niet op anderen afschuiven.)
Desplazar la atención hacia el problema principal es crucial.
(De aandacht naar het belangrijkste probleem verplaatsen is cruciaal.)
A veces es mejor desplazar las expectativas.
(Soms is het beter om de verwachtingen te verleggen.)
"Desplazar" is afgeleid van het Latijnse woord "placere", dat "plezier geven" betekent, met het voorvoegsel "des-" dat een negatie of verandering aangeeft. Het woord is gevormd door de combinatie van het voorvoegsel en de stam die met het idee van verplaatsing of verandering te maken heeft.
Met deze uitgebreide uitleg over "desplazar" in de Spaanse taal, zijn de verschillende facetten van het woord belicht, van betekenissen en gebruik tot idiomatische uitdrukkingen en etymologie.