Het woord "detestar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "detestar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /deteˈstaɾ/.
"Detestar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "haten" of "verafschuwen".
Het woord "detestar" betekent een sterke afkeer of haat jegens iets of iemand te voelen. Het wordt gebruikt in diverse contexten, van persoonlijke gevoelens tot sociale opmerkingen over bepaalde onderwerpen, mensen of dingen. In het Spaans wordt "detestar" vaker gebruikt in geschreven context, zoals literatuur of formele gesprekken, maar het is ook goed te herkennen in mondelinge taalgebruik.
"Yo detesto el frío."
Vertaling: "Ik haat de kou."
"Ella detesta tener que levantarse temprano."
Vertaling: "Zij verafschuwt het om vroeg op te moeten staan."
"Detestar" komt in enkele idiomatische uitdrukkingen voor, hoewel het minder vaak voorkomt dan sommige andere werkwoorden. Hier zijn enkele zinnen waarin het voorkomt:
"Detestar a alguien con todo el corazón."
Vertaling: "Iemand met heel je hart haten."
"Detestar la injusticia."
Vertaling: "De onrechtvaardigheid haten."
"Detestar la rutina diaria."
Vertaling: "De dagelijkse routine verafschuwen."
"Detestar la mentira."
Vertaling: "De leugen haten."
Het woord "detestar" komt van het Latijnse "detestari", wat betekent "vervloeken" of "haat". Het is samengesteld uit het voorvoegsel "de-" dat een afkeuring of negatie aangeeft en "testari", wat "getuigen" of "bewijzen" betekent.