"Disfrazar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /disfɾaˈθaɾ/ in het Spaans (Castiliaans) en /disfɾaˈzaɾ/ in het Spaans van Latijns-Amerika.
"Disfrazar" kan worden vertaald naar het Nederlands als "verkleedkleden" of "maskeren".
Het werkwoord "disfrazar" betekent letterlijk "iemand in een kostuum of vermomming kleden". Het wordt vaak gebruikt in de context van feesten, carnaval of theatrale opvoeringen waar mensen zich verkleden. Het wordt regelmatig gebruikt in zowel gesproken als geschreven tekst, met een meer informele frequentie in dagelijkse gesprekken.
"De kinderen willen hun poppen altijd verkleden."
"Ella decidió disfrazar a su perro para la fiesta."
Hoewel "disfrazar" zelf niet vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, is het verbonden met verschillende culturele referenties die met verkleden te maken hebben.
"We moeten de realiteit niet verbergen; we moeten haar accepteren."
"A veces es mejor disfrazar la tristeza con una sonrisa."
"Soms is het beter om verdriet te verbergen met een glimlach."
"Disfrazar un problema no lo resuelve, hay que enfrentarlo."
Het woord "disfrazar" is afgeleid van het prefix "dis-" (afgeleid of ontnemen) en het woord "frazo", wat volgens etymologie verwijst naar een vermomming of kostuum. Het woord heeft zijn oorsprong in het Latijns "disfrazare", wat vergelijkbare betekenissen van vermomming of verkleding inhoudt.
Door de veelzijdigheid en de culturele relevantie van "disfrazar" heeft dit woord een interessante plaats in de Spaanse taal. Het krijg niet alleen betrekking op fysieke vermomming, maar kan ook metaforisch gebruikt worden om situaties of emoties te beschrijven.