"Dólar" is een zelfstandig naamwoord (sustantivo) in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "dólar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈdo.laɾ/.
Het Spaans woord "dólar" wordt vertaald naar het Nederlands als "dollar".
"Dólar" verwijst naar de Amerikaanse dollar, de officiële munteenheid van de Verenigde Staten en enkele andere landen. Het wordt meestal in economische contexten gebruikt en heeft een hoge gebruiksfrequentie in zowel gesproken als geschreven Spaans, vooral in financiële, commerciële en economische discussies.
El dólar está subiendo frente al euro.
De dollar stijgt ten opzichte van de euro.
Necesito cambiar mis euros por dólares.
Ik moet mijn euro's omwisselen naar dollars.
El precio del petróleo se mide en dólares.
De prijs van olie wordt in dollars gemeten.
In het Spaans komen verschillende idiomatische uitdrukkingen voor waarin "dólar" voorkomt. Hieronder volgen enkele veelvoorkomende zinnen:
No todo lo que brilla es oro, hay dólares que no compran felicidad.
Niet alles wat glanst is goud, er zijn dollars die geen geluk kopen.
En tiempos de crisis, el dólar es el rey.
In tijden van crisis is de dollar de koning.
El dólar es un termómetro de la economía.
De dollar is een thermometer van de economie.
Cuidado con el dólar, no siempre te da lo que quieres.
Pas op voor de dollar, hij geeft je niet altijd wat je wilt.
El dólar no tiene fronteras.
De dollar heeft geen grenzen.
Het woord "dólar" is afgeleid van het Spaanse "dólar", dat op zijn beurt afkomstig is van het Duitse "Taler", een munt die in de 16e eeuw populair was in Europa. Het werd later "dólar" in het Spaans, en verwees oorspronkelijk naar verschillende soorten munten die op elkaar lijken.
Synoniemen: - Billete (voor muntbriefje) - Moneda (voor munt)
Antoniemen: - Euro (in de context van andere valuta) - Peso (in de context van de Mexicaanse of andere Latijns-Amerikaanse valuta)