Het woord "domicilio" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "domicilio" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /domiˈsi.ljo/
"domicilio" kan vertaald worden naar het Nederlands als "verblijfplaats", "woning" of "adres".
In het Spaans verwijst "domicilio" naar de plaats waar iemand woont, hetzij een huis, appartement of andere woonvorm. Het wordt ook vaak gebruikt in juridische contexten om te verwijzen naar het adres dat in documenten of registraties wordt vermeld. Het is een vrij algemeen woord dat in zowel gesproken als geschreven Spaans frequent voorkomt, maar het is vooral gebruikelijk in formele of juridische situaties.
De rechter verzocht om het adres van de eiser.
Es importante tener un domicilio actualizado en los registros.
Het is belangrijk om een bijgewerkt adres in de registers te hebben.
Si cambias de domicilio, avísanos lo antes posible.
Het woord "domicilio" komt soms voor in idiomatische uitdrukkingen, vooral in juridische contexten. Hier zijn een paar voorbeelden:
Elke ondernemer moet zijn belastingadres aangeven bij de belastingautoriteit.
Domicilio conyugal: Dit betekent het gezamenlijke huis van een echtpaar.
Ze besloten het gezamenlijke huis te verkopen na hun scheiding.
Domicilio de la persona: Dit verwijst naar het woonadres van een persoon, vaak gebruikt in juridische documenten.
Het woord "domicilio" komt van het Latijnse "domicilium", wat "woonplaats" of "huis" betekent. Dit woord is afgeleid van "domus", wat "huis" betekent. De ontwikkeling van het woord weerspiegelt de veranderende betekenissen en connotaties in de context van wonen en verblijven.
Synoniemen: - Vivienda (woning) - Residencia (residentie) - Habitación (kamer)
Antoniemen: - Desalojo (ontheffing) - Inhabitado (onbewoond)
Deze informatie geeft een uitgebreid overzicht van het woord "domicilio" in de Spaanse taal, inclusief zijn betekenis, gebruik, en relevante context.