"Dominico" is een bijvoeglijk naamwoord en ook een zelfstandig naamwoord. Het wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar iets dat verband houdt met de Dominicaanse Republikein of de Heilige Dominicus, de stichter van de Orde van de Predikers.
De fonetische transcriptie van "dominico" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /doˈminiko/.
In het Spaans verwijst "dominico" vaak naar de inwoners of eigenschappen van de Dominicaanse Republiek. Het kan ook betrekking hebben op de religieuze orde, de Dominicanen, die opgericht is door Sint Dominicus. Het wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven context, met een lichte voorkeur voor schriftelijke communicatie in formele teksten.
De Dominicaan die ik in Santo Domingo ontmoette, was erg vriendelijk.
La cultura dominico es rica en tradiciones y celebraciones.
Er zijn niet veel specifieke idiomatische uitdrukkingen met "dominico". Het gebruik is vaak contextueel en verwijst meestal naar de Dominicaanse cultuur of geschiedenis.
Het woord "dominico" is afgeleid van "Dominicus", wat "van de Heer" betekent. Dit verwijst naar Sint Dominicus, de oprichter van de Dominicanen, de religieuze orde die met onderwijs en prediking te maken heeft.
Synoniemen: - Dominicano (voor de nationaliteit) - Dominicaanse (voor de adjectiefvorm)
Antoniemen: - Er zijn geen directe antoniemen voor "dominico", aangezien het voornamelijk een aanduiding of beschrijving van een afkomst of religieuze orde is.