"Edificio" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "edificio" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /eðiˈfiθjo/ in het Castiliaans en /eðiˈfisjo/ in het Latijns-Amerikaans.
"Edificio" kan worden vertaald naar het Nederlands als "gebouw".
"Edificio" verwijst in het Spaans naar een structuur of constructie die bedoeld is voor menselijke bewoning, werk of ander gebruik, zoals appartementen, kantoren of commerciële ruimtes. Het woord wordt vaak gebruikt in formele contexten, zoals in architectuur, stedelijke planning, en vastgoed. In gesproken taal is het vrij gebruikelijk, maar het komt ook frequent voor in geschreven documenten, zoals bouwvergunningen en praktijkartikelen.
"Edificio" is minder gebruikelijk in idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele relevante zinnen waarin het woord voorkomt:
"Construir un edificio sobre cimientos inadecuados."
Een gebouw bouwen op ongeschikte fundamenten. (Dit betekent dat iets zonder een goede basis of voorbereiding wordt gestart.)
"En ese edificio, las decisiones se toman en conjunto."
In dat gebouw worden de beslissingen gezamenlijk genomen. (Dit kan ook verwijzen naar een organisatie of een bestuursstructuur.)
"El edificio de la confianza se derrumbó."
Het gebouw van vertrouwen stortte in. (Dit verwijst naar het verlies van vertrouwen tussen mensen of partijen.)
Het woord "edificio" komt uit het Latijnse "aedificium", dat "een bouwwerk" betekent. "Aedificium" is op zijn beurt afgeleid van "aedificare", wat "bouwen" betekent.
Synoniemen: - Construcción (constructie) - Inmueble (vastgoed) - Edificación (bouwwerk)
Antoniemen: - Ruina (ruïne) - Destrucción (vernietiging) - Desmantelamiento (ontmanteling)
Dit geeft een uitgebreid overzicht van het woord "edificio" in het Spaans en zijn contexten.