"Ejercicio" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ex.eɾ.ˈsi.ko/
"Ejercicio" kan worden vertaald naar het Nederlands als: - oefening - lichaamsbeweging - oefeningen (meervoud)
In het Spaans betekent "ejercicio" het uitvoeren van een activiteit die gericht is op het verbeteren van grammatica, vaardigheden, of fysieke conditie. Het wordt vaak gebruikt zowel in algemene contexten, zoals fitness en sport, als in specifieke contexten zoals educatie en psychologie.
Wat betreft gebruiksfrequentie wordt "ejercicio" veelvuldig aangetroffen in zowel gesproken als geschreven Spaans, maar het lijkt iets gebruikelijker te zijn in geschreven context, zoals boeken, artikelen of formele documenten.
Es importante hacer ejercicio todos los días.
Het is belangrijk om iedere dag te oefenen.
Los estudiantes deben completar sus ejercicios de matemáticas.
De studenten moeten hun wiskundeoefeningen maken.
El ejercicio regular puede mejorar la salud mental.
Regelmatige lichaamsbeweging kan de geestelijke gezondheid verbeteren.
Het woord "ejercicio" komt vaak voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
Ejercicio de la memoria
Het is belangrijk realizar un ejercicio de la memoria antes del examen.
Het is belangrijk om een geheugen oefening te doen voor het examen.
Ejercicio fiscal
La empresa tuvo un buen ejercicio fiscal el año pasado.
Het bedrijf had een goed boekjaar vorig jaar.
Ejercicio de responsabilidad
Debemos realizar un ejercicio de responsabilidad en nuestras decisiones.
We moeten verantwoordelijkheid nemen in onze beslissingen.
Ejercicio físico
Hacer ejercicio físico diariamente es clave para una vida saludable.
Dagelijks lichaamsbeweging is de sleutel tot een gezond leven.
Ejercicio mental
Leer un nuevo idioma es un gran ejercicio mental.
Een nieuwe taal leren is een uitstekende mentale oefening.
Het woord "ejercicio" is afkomstig van het Latijnse "exercitium", wat "oefening" of "onderwijs" betekent. Het geeft de betekenis van het uitoefenen of uitvoeren van een activiteit aan.
Synoniemen: - práctica (praktijk) - actividad (activiteit) - formación (opleiding)
Antoniemen: - inactividad (inactiviteit) - descanso (pauze) - pasividad (passiviteit)