"Elipsis" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "elipsis" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /eˈlip.sis/.
Het Spaanse woord "elipsis" kan in het Nederlands worden vertaald als "ellips".
In de linguïstiek verwijst "elipsis" naar het weglaten van woorden in een zin waarvan de betekenis duidelijk is, zodat de zinnen korter en bondiger kunnen zijn. Het gebruik van ellipsen is gebruikelijk in zowel mondelinge als geschreven taal, maar het komt vaker voor in informele contexten, zoals in gesprekken of informele teksten.
En la frase "Juan tiene un perro, y María, un gato," hay una elipsis.
(In de zin "Juan heeft een hond, en María een kat," is er een ellips.)
La elipsis en el discurso hace que las ideas sean más claras y concisas.
(De ellips in de toespraak maakt de ideeën duidelijker en bondiger.)
In het Spaans worden ellipsen vaak gebruikt in meer informele spreektaal. Hier zijn enkele uitdrukkingen waarin "elipsis" voorkomt:
"La elipsis verbal puede ahorrar tiempo en una conversación."
(De verbale ellips kan tijd besparen in een gesprek.)
"A veces, una elipsis es más elocuente que muchas palabras."
(Soms is een ellipssprekender dan veel woorden.)
"La elipsis en su relato dejó muchas preguntas sin responder."
(De ellips in zijn verhaal liet veel vragen onbeantwoord.)
"Usar elipsis en la escritura puede dar más ritmo al texto."
(Het gebruik van ellipsen in de tekst kan meer ritme aan het schrijven geven.)
Het woord "elipsis" komt van het Griekse "elleipsis," wat "weglaten" of "tekortkoming" betekent. Dit is afgeleid van het werkwoord "elleipō," dat betekent "laat weg" of "mist."