"Ello" is een voornaamwoord in het Spaans. Het wordt voornamelijk gebruikt als een verwijzend voornaamwoord.
De fonetische transcriptie van "ello" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈe.ʝo/.
In het Nederlands kan "ello" worden vertaald als "het" of "dat" afhankelijk van de context.
"Ello" heeft een indicatieve functie en wordt vaak gebruikt om naar een neutraal of onduidelijk onderwerp te verwijzen. Het gebruik ervan is meer formeel en minder gebruikelijk in de dagelijkse mondelinge communicatie, waar vaker "eso" of "eso" wordt gebruikt. "Ello" komt vaker voor in geschreven contexten, zoals literatuur of formele teksten.
La verdad es que ello no es fácil.
(De waarheid is dat het niet gemakkelijk is.)
Ello indica que debemos mejorar.
(Dit geeft aan dat we moeten verbeteren.)
Hoewel "ello" niet vaak voorkomt in veel idiomatische uitdrukkingen, zijn er enkele manieren waarop het kan worden geïntegreerd in bredere contexten. Het gebruik van "ello" kan wat formeel of literair zijn, en het kan worden gebruikt in zinnen die een goddelijke of abstracte referentie impliceren.
En ello se basa nuestra confianza.
(Daarin is ons vertrouwen gebaseerd.)
Ello cambia la perspectiva de la situación.
(Het verandert de kijk op de situatie.)
En ello reside la solución al problema.
(Daarin ligt de oplossing voor het probleem.)
Het woord "ello" stamt af van het Latijnse "illum," wat "dat" betekent. Dit is door de tijd heen geëvolueerd in variatie tussen de verschillende Romaanse talen, waaronder het Spaans.
"Ello" heeft geen directe antoniem, maar het gebruik van andere voornaamwoorden zoals "yo" (ik) of "tú" (jij) kan tegenstellingen impliceren afhankelijk van het onderwerp waarnaar wordt verwezen.