"Embaucador" is een zelfstandig naamwoord en kan ook worden gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord in de Spaanse taal.
De fonetische transcriptie van "embaucador" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /em.bau̯.kaˈðoɾ/
"Embaucador" kan vertaald worden naar het Nederlands als "oplichter" of "bedrieger". Het wordt gebruikt om iemand aan te duiden die anderen bedriegt, vaak door middel van blijde praatjes of misleidende beloften.
In het Spaans verwijst "embaucador" naar iemand die anderen misleidt of bedriegt, vooral door woorden of charme. Het woord wordt vaak gebruikt in een negatieve context, en de gebruiksfrequentie is significant in zowel gesproken als geschreven Spaans, hoewel het iets gebruikelijker is in geschreven contexten, vooral in juridische of literaire teksten.
El embaucador prometió grandes ganancias a sus víctimas.
(De oplichter beloofde grote winsten aan zijn slachtoffers.)
Nadie quería creer que el embaucador había engañado a tantas personas.
(Niemand wilde geloven dat de bedrieger zoveel mensen had misleid.)
"Embaucador" komt niet heel vaak voor in specifieke idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele zinnen waarin het woord kan worden gebruikt:
Ese vendedor es un embaucador que solo quiere tu dinero.
(Die verkoper is een oplichter die alleen maar jouw geld wil.)
No confíes en un embaucador que promete lo que no puede cumplir.
(Vertrouw niet op een bedrieger die belooft wat hij niet kan waarmaken.)
El embaucador utilizó sus habilidades para manipular a la gente.
(De oplichter gebruikte zijn vaardigheden om mensen te manipuleren.)
Het woord "embaucador" is afgeleid van het werkwoord "embaucar", wat "misleiden" of "bedriegen" betekent. De wortel van dit werkwoord is het oude Frans "embauquer", wat ook "verleiden" of "bedriegen" betekent.
Deze informatie biedt een uitgebreid overzicht van het gebruik en de betekenis van "embaucador" in de Spaanse taal.