Het woord "emparentar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "emparentar" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /em.pa.ɾenˈtaɾ/
De vertaling van "emparentar" naar het Nederlands is "verwandelen" of "verwantschap creëren".
"Emparentar" betekent het leggen van een verband of verwantschap tussen personen, vaak door middel van huwelijk of bloedverwantschap. Het woord wordt zowel in juridische als algemene context gebruikt, bijvoorbeeld wanneer over familiebanden wordt gesproken. Het gebruiksfrequentie van "emparentar" is relatief laag, en het komt vooral voor in geschreven teksten en formele gesprekken in plaats van in alledaags spreektaal.
Voorbeeldzinnen:
- La familia decidió emparentar para fortalecer sus lazos.
(De familie besloot te verwanden om hun banden te versterken.)
Het woord "emparentar" is niet bijzonder vaak ingebed in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn een paar voorbeelden waarin verwantschap of relaties centraal staan:
En mi cultura, siempre se busca emparentar con personas de buen nombre.
(In mijn cultuur wordt altijd geprobeerd te verwanden met mensen van goede naam.)
Emparentar es un paso importante en la formación de alianzas familiares.
(Verwanden is een belangrijke stap in het vormen van familieallianties.)
Het woord "emparentar" is afgeleid van het Latijnse "parentare", wat betekent "verwant zijn" of "een relatie hebben". Het is opgebouwd uit het voorvoegsel "em-" (wat "in" of "tot" betekent) en "parentar", dat afgeleid is van "parentis", wat "ouder" of "verwant" betekent.
Synoniemen: - Relacionar (relateren) - Conectar (verbinden)
Antoniemen: - Separar (scheiden) - Divorciar (scheiden in de context van een huwelijk)