"Empezar" is een werkwoord in de onregelmatige vervoeging. Het wordt voornamelijk gebruikt in de betekenis van "beginnen".
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is [em.peˈθaɾ] in het Castiliaans Spaans en [em.peˈs̺aɾ] in Latijns-Amerikaans Spaans.
"Empezar" kan worden vertaald naar het Nederlands als: - Beginnen - Starten
"Empezar" betekent beginnen of starten met iets. Het kan in verschillende contexten worden gebruikt, zowel formeel als informeel. Het woord is vrij frequent en wordt zowel in gesproken als geschreven Spaans gebruikt, maar het komt vaak voor in gesproken taal door de dagelijkse context waarin mensen het gebruiken (bijvoorbeeld bij het beginnen van een taak, les, activiteit, enz.).
Voorbeeldzinnen:
1. Vamos a empezar la reunión a las diez de la mañana.
(Laten we de vergadering om tien uur 's ochtends beginnen.)
"Empezar" wordt ook vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen.
Después de perder su trabajo, tuvo que empezar de cero en su carrera.
(Na het verliezen van zijn baan, moest hij vanaf nul beginnen in zijn carrière.)
No hay mejor momento para empezar que ahora - Er is geen beter moment om te beginnen dan nu.
Si quieres cambiar tu vida, no hay mejor momento para empezar que ahora.
(Als je je leven wilt veranderen, is er geen beter moment om te beginnen dan nu.)
Empezar con buen pie - Goed van start gaan.
"Empezar" komt van het Latijnse woord "inchoare", wat ook "beginnen" betekent. Het heeft door de eeuwen heen een ontwikkeling ondergaan naar de vorm die we nu kennen.
Synoniemen: - Comenzar (beginnen) - Iniciar (inleiden, starten) - Arrancar (aftrappen, starten)
Antoniemen: - Terminar (eindigen) - Acabar (afmaken) - Finalizar (afronden)
Deze informatie geeft een uitgebreid overzicht van het woord "empezar" inclusief betekenissen, gebruik, en contexten waarin het kan voorkomen.