"Empleador" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "empleador" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /em.ple.aˈðoɾ/.
"Empleador" kan vertaald worden naar het Nederlands als "werkgever".
"Empleador" verwijst naar een persoon of entiteit die iemand in dienst heeft, oftewel een werkgever. Het woord wordt veel gebruikt in zowel gesproken als geschreven Spaans, vooral in formele contexten zoals juridische en economische documenten, arbeidscontracten en een op arbeid gerichte conversatie. Het gebruik van "empleador" is gebruikelijk in officiële documenten en gesprekken die betrekking hebben op werkrelaties en arbeidsrecht.
El empleador debe proporcionar un ambiente de trabajo seguro.
De werkgever moet een veilige werkomgeving bieden.
Cada empleado tiene derechos que deben ser respetados por el empleador.
Elke werknemer heeft rechten die door de werkgever gerespecteerd moeten worden.
"Empleador" komt niet vaak voor in idiomatische uitdrukkingen, maar het is relevant binnen de context van werk en juridische termen. Hier zijn enkele zinnen waarin "empleador" voorkomt:
El empleador tiene la última palabra en decisiones laborales.
De werkgever heeft het laatste woord in arbeidsbeslissingen.
Un buen empleador entiende la importancia de la motivación del personal.
Een goede werkgever begrijpt het belang van de motivatie van het personeel.
La relación entre el empleado y el empleador debe ser transparente.
De relatie tussen de werknemer en de werkgever moet transparant zijn.
Het woord "empleador" is afgeleid van het werkwoord "emplear", wat "in dienst nemen" of "toepassen" betekent. De achtervoegsel "-dor" toont aan dat het een persoon aanduidt die de actie van het werkwoord uitvoert.