"Encumbrar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "encumbrar" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /en.kumˈbɾaɾ/.
"Encumbrar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "verhinder" of "belemmeren". Het kan ook in bredere zin gebruikt worden als "lasten" of "belastingen".
"Encumbrar" betekent in het Spaans het hinderen of belasten van iemand of iets, meestal op een manier die een zekere last of moeilijkheid met zich meebrengt. In de dagelijkse taal wordt het vaak gebruikt om te verwijzen naar situaties waarin iemand wordt vertraagd of verhinderd in zijn activiteiten, vaak door verantwoordelijkheden of verplichtingen. Dit woord is gebruikelijk in zowel mondelinge als geschreven context, maar kan vaker in formele contexten worden aangetroffen.
"No quiero encumbrar mis proyectos con demasiadas responsabilidades."
("Ik wil mijn projecten niet belasten met te veel verantwoordelijkheden.")
"Encumbrar el trabajo de otros no es justo."
("Het belemmeren van het werk van anderen is niet eerlijk.")
"Encumbrar" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele zinnen die het woord in verschillende contexten illustreren:
"La falta de organización puede encumbrar el progreso del equipo."
("Gebrek aan organisatie kan de vooruitgang van het team belemmeren.")
"Cargar con problemas ajenos puede encumbrar tu bienestar."
("De last van andermans problemen kan je welzijn belemmeren.")
"No quiero encumbrar este día especial con discusiones."
("Ik wil deze speciale dag niet belasten met discussies.")
"Demasiadas actividades pueden encumbrar tu tiempo libre."
("Te veel activiteiten kunnen je vrije tijd belemmeren.")
"Encumbrar" komt van het Latijnse werkwoord "cumbrāre", dat betrekking heeft op het belasten of het opbouwen van een last. Dat woord is afgeleid van "cumbra", wat "deksel" of "deken" betekent. Het heeft zich door de tijd heen ontwikkeld binnen de Romaanse talen, waarbij de betekenis gereserveerd bleef voor het idee van belasting of belemmering.
Obstruir
(belemmeren)Cargar
(belasten)Impedir
(hinderen)Facilitar
(gemakkelijk maken)Ayudar
(helpen)Desahogar
(ontlasten)