Het woord "enfado" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "enfado" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /enˈfa.ðo/.
Het woord "enfado" kan in het Nederlands worden vertaald als: - boosheid - woede - irritatie
"Enfado" verwijst naar een emotionele toestand van boosheid of irritatie. Het wordt vaak gebruikt in de context van situaties waarin iemand zich gekwetst of gefrustreerd voelt. Het woord komt vaak voor in zowel geschreven als spreektaal, hoewel het iets gebruikelijker is in geschreven context vanwege de etymologische en formele aard.
De boosheid die ik voelde was onnodig.
No puedo esconder mi enfado por lo que sucedió.
Ik kan mijn woede over wat er gebeurd is niet verbergen.
Su enfado nos afectó a todos en el grupo.
In het Spaans komt "enfado" voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen, wat de veelzijdigheid van het woord aantoont:
"Bemoei je niet met andermans boosheid."
estar de mal humor/enfado
"Vandaag ben ik slecht gezind."
hacer un enfado
"Zij maakt altijd een woede om kleine dingen."
sacar de quicio a alguien
Het woord "enfado" komt van het werkwoord "enfadar," dat betekent "boos maken." De oorsprong van "enfadar" is te vinden in het Latijnse "in-fadāre," wat "verergeren" of "onterven" betekent. De ontwikkeling van het woord maakt deel uit van de verbuigingen in de Romaanse talen.