"Enfermera" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "enfermera" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /em.feˈme.ɾa/
De vertaling van "enfermera" in het Nederlands is "verpleegster".
"Enfermera" verwijst naar een vrouwelijke zorgprofessional die verantwoordelijk is voor het bieden van gezondheidszorg aan patiënten. Dit kan variëren van basiszorg tot gespecialiseerde medische ondersteuning in ziekenhuizen of klinieken. Het woord wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven contexten, waarbij de frequentie van gebruik in de medische en gezondheidszorgdomeinen hoog is.
De verpleegster zorgt voor de patiënten in het ziekenhuis.
La enfermera le administró la medicina a su hijo.
In het Spaans wordt "enfermera" minder vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele relevante zinnen met verschillende contexten:
"De verpleegster is de engel van de gezondheid in moeilijke tijden."
"Siempre confío en la enfermera para mis chequeos médicos."
"Ik vertrouw altijd op de verpleegster voor mijn medische controles."
"Una buena enfermera puede hacer una gran diferencia en la recuperación de un paciente."
Het woord "enfermera" komt van het Spaanse werkwoord "enfermar," wat "ziek maken" of "zich ziek voelen" betekent. Het woord wordt ook geassocieerd met "enfermo," dat "ziek" betekent. De term heeft zijn oorsprong in de middeleeuwse geneeskunde, toen de rol van verzorgers werd erkend.