"Espalda" is een zelfstandig naamwoord (vrouwelijk).
De fonetische transcriptie van "espalda" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /esˈpaldas/.
"Espalda" betekent specifiek de achterkant of rug van het lichaam. In het Spaans wordt het veel gebruikt in zowel gesproken als geschreven contexten, vooral in medische instellingen of wanneer mensen over fysieke gezondheid praten. Het woord heeft een sterke frequentie van gebruik, vooral in de context van klachten of blessures die verband houden met de rug.
Tengo dolor en la espalda.
(Ik heb pijn in mijn rug.)
La espalda es una parte importante del cuerpo para mantener una buena postura.
(De rug is een belangrijk onderdeel van het lichaam om een goede houding te behouden.)
In het Spaans zijn er verschillende idiomatische uitdrukkingen waarin "espalda" voorkomt. Hier zijn enkele voorbeelden:
Ella decidió dar la espalda a su antiguo amigo.
(Ze besloot haar oude vriend de rug toe te keren.)
Ajustar cuentas por la espalda
(Rekeningen vereffenen achter iemands rug om)
No me gusta ajustar cuentas por la espalda; prefiero hablar directamente.
(Ik hou er niet van om rekeningen achter iemands rug om te vereffenen; ik praat liever direct.)
Tener alguien en la espalda
(Iemand op de rug hebben)
Het woord "espalda" komt van het Latijnse "spalda", wat ook "rug" betekent. Het is afgeleid van het Vulgar Latijn, waar termen gerelateerd aan de achterkant of rug in verschillende Romaanse talen zijn ontstaan.
Met de bovenstaande informatie kun je een beter inzicht krijgen in het woord "espalda" binnen de context van de Spaanse taal.