"Espantado" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "espantado" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /es.panˈta.ðo/
"Espantado" kan vertaald worden naar het Nederlands als "geschrokken", "angstig", of "bangerig".
"Espantado" betekent in de meeste gevallen "geschrokken" of "bang". Het wordt gebruikt om de gemoedstoestand van iemand te beschrijven die zich in een schrik- of angsttoestand bevindt. Het woord komt vaak voor in zowel gesproken als geschreven Spaans, en zijn gebruiksfrequentie is relatief hoog, vooral in informele contexten. Mensen gebruiken "espantado" in alledaagse gesprekken om reacties op plotselinge of onverwachte gebeurtenissen te beschrijven.
Al escuchar el ruido fuerte, Juan se volvió espantado.
(Toen hij het harde geluid hoorde, werd Juan geschrokken.)
La película de terror dejó a todos los espectadores espantados.
(De horrorfilm liet alle kijkers geschrokken achter.)
"Espantado" kan deel uitmaken van verschillende idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Tras la tormenta, el pueblo quedó espantado hasta los huesos.
(Na de storm was het dorp tot op het bot geschrokken.)
Hacer espantado
(Schrik aanjagen.)
Le gusta hacer espantado a sus amigos con sus historias de miedo.
(Hij vindt het leuk om zijn vrienden schrik aan te jagen met zijn horrorverhalen.)
Reírse de un espantado
(Lachen om iemand die geschrokken is.)
"Espantado" komt van het werkwoord "espantar", dat "schrikken" of "bang maken" betekent. Het Spaanse werkwoord zelf heeft wortels in het Latijnse "expantere", wat "zich verspreiden" of "schaamte voelen" kan betekenen in de context van schrik.
Dit biedt een uitgebreide kijk op het woord "espantado" in verschillende contexten en gebruiksgebieden binnen het Spaans.