"Esperar" is een werkwoord in de onregelmatige vervoegingen van de Spaanse taal.
De fonetische transcriptie van "esperar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /es.peˈɾaɾ/.
"Esperar" betekent "wachten", "verwachten" of "hopend zijn op" en wordt veel gebruikt in zowel gesproken als geschreven contexten. Het is een vrij frequent gebruikt woord in de Spaanse taal en is relevant in vele situaties, van persoonlijke ontmoetingen tot formele juridische contexten.
Voorbeelden van het gebruik van "esperar": 1. "Espero que llegues a tiempo." - "Ik hoop dat je op tijd aankomt."
"Esperar" wordt vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Vertaling: "Je moet altijd hopen op het beste in het leven."
No esperar nada
Vertaling: "Ik besloot niets te verwachten van die relatie."
Esperar en vano
Vertaling: "Ik heb tevergeefs gewacht op zijn/haar telefoontje."
Esperar con ansias
Het woord "esperar" komt van het Latijnse "sperare", wat "hoop" of "wachten" betekent. Het heeft zijn weg gevonden in verschillende Romaanse talen met een grotendeels behoud van de oorspronkelijke betekenis.
Dit biedt een uitgebreide kijk op het woord "esperar" in de Spaanse taal, inclusief zijn gebruik, idiomatische uitdrukkingen en meer.