"Esquiar" is een werkwoord in de Spaanse taal, dat behoort tot de onregelmatige werkwoorden en betekent "skiën".
De fonetische transcriptie van "esquiar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /es.kiˈar/.
"Esquiar" verwijst naar de activiteit van skiën, een sport die wordt beoefend op sneeuw met behulp van ski's. Het wordt meestal in de context van recreatie en sport gebruikt. Dit werkwoord is frequent in zowel mondelinge als schriftelijke spraak, vooral in gesprekken over wintersport, vakantie of recreatieve activiteiten.
Voorbeeldzinnen: 1. Me gusta esquiar en las montañas en invierno. - Ik hou ervan om in de winter in de bergen te skiën.
Hoewel "esquiar" niet veel voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, zijn hier enkele gebruikelijke zinnen waarin het woord voorkomt:
Skiën is een manier om te ontspannen.
"No puedo esperar a esquiar este año."
Ik kan niet wachten om dit jaar te skiën.
"Cada invierno, me gusta esquiar con mis amigos."
Het woord "esquiar" komt van het Franse woord "esquiver" en is afgeleid van het Noorse woord "skíð", wat "sneeuwplank" betekent. Het is gerelateerd aan de ontwikkeling van skiën als een sport uit Scandinavië.
Synoniemen: - Practicar el esquí (de ski beoefenen)
Antoniemen: - No esquiar (niet skiën)
"Esquiar" is dus een belangrijk woord in de context van wintersport en recreatie, en het heeft een duidelijke betekenis en gebruik in het Spaans.