"Estafador" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "estafador" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /es.ta.faˈðoɾ/.
"Estafador" kan worden vertaald als: - oplichter - fraudeur - bedrieger
In het Spaans verwijst "estafador" naar iemand die bedrog pleegt, meestal met het doel om anderen financieel te schaden. Het wordt vaak gebruikt in juridische contexten om een persoon aan te duiden die zich schuldig maakt aan oplichting of fraude. De term is vrij algemeen en veelvoorkomend in zowel geschreven als gesproken Spaans, hoewel je het wellicht vaker tegenkomt in geschreven documenten zoals nieuwsartikelen of juridische teksten.
El estafador logró engañar a muchas personas con su esquema.
De oplichter slaagde erin veel mensen te misleiden met zijn schema.
La policía detuvo al estafador después de varias denuncias.
De politie arresteerde de oplichter na verschillende meldingen.
Het woord "estafador" is minder gebruikelijk in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele voorbeeldzinnen met het gebruik ervan in verschillende contexten:
No te fíes de él, es un verdadero estafador.
Vertrouw hem niet, hij is een echte oplichter.
El estafador fue condenado a varios años de prisión.
De oplichter werd veroordeeld tot meerdere jaren gevangenisstraf.
Muchos se convirtieron en víctimas del estafador en línea.
Velen werden slachtoffers van de online oplichter.
De oorsprong van "estafador" ligt in het Spaanse werkwoord "estafar," dat "bedriegen" of "oplichten" betekent. Het woord komt van het Latijnse "stuppare," wat "verstevigen" of "dichtmaken" betekent, en verwijst naar het idee van de onoprechte verstoring van andermans vertrouwen.