"Estafar" is een werkwoord in de Spaanse taal.
De fonetische transcriptie van "estafar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is [es.taˈfaɾ].
"Estafar" kan worden vertaald naar het Nederlands als "bedriegen" of "oplichten".
"Estafar" betekent het bedriegen of oplichten van iemand, meestal met het doel geld of waardevolle spullen te verkrijgen door middel van oneerlijke middelen of manipulatie. Dit woord wordt veel gebruikt in juridische contexten, zoals fraudezaken, maar ook in het dagelijkse leven om te verwijzen naar bedrog of onrechtmatige praktijken.
Het woord "estafar" komt vaker voor in geschreven teksten, zoals juridische documenten of krantenartikelen, omdat het verwijst naar ernstige misdaden en delictpraktijken, maar het kan ook in mondelinge gesprekken worden gebruikt.
Het bedrijf werd beschuldigd van het bedriegen van zijn klanten.
Si alguien intenta estafar a tu amigo, debes avisarle.
"Estafar" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen en contexten. Hier zijn enkele voorbeelden:
Vertrouw hem niet, hij kan je bedriegen in een zaak.
Estafar a la buena fe
Hij gebruikte zijn charme om het goede geloof van anderen te bedriegen.
Estafar con una falsa promesa
Het woord "estafar" komt van het Oud-Franse 'estafier', wat 'bedriegen' of 'oplichten' betekent. Het is afgeleid van het Latijnse 'stufare', wat 'verduvens' of 'in de war brengen' betekent.
Met deze informatie over "estafar", hebben we een uitgebreid beeld van de betekenis, gebruik en context van dit woord in de Spaanse taal.