"Estar de acuerdo" is een werkwoordelijke uitdrukking die betekent "het eens zijn".
De fonetische transcriptie van "estar de acuerdo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is:
/esˈtaɾ ðe aˈkeɾðo/
"Estar de acuerdo" wordt in het Spaans gebruikt om aan te geven dat iemand het eens is met een idee, voorstel of mening. Het is een veelvoorkomende uitdrukking die zowel in gesproken als geschreven Spaans vaak voorkomt, en het gebruik is gelijkmatig verdeeld tussen de beide contexten.
Bijvoorbeeld:
- "Yo estoy de acuerdo con tus planes."
(Ik ben het eens met jouw plannen.)
- "¿Estás de acuerdo con la decisión que tomamos?"
(Ben je het eens met de beslissing die we genomen hebben?)
"Nosotros estamos de acuerdo en que debemos celebrar su cumpleaños."
(Wij zijn het eens dat we zijn verjaardag moeten vieren.)
"Si todos están de acuerdo, podemos continuar con el proyecto."
(Als iedereen het eens is, kunnen we verder gaan met het project.)
"Estar de acuerdo" komt voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen, en hier zijn enkele voorbeelden:
"Estar de acuerdo en algo"
(Het eens zijn over iets)
Ejemplo: "Estamos de acuerdo en algo: debemos mejorar nuestra comunicación."
(We zijn het eens over één ding: we moeten onze communicatie verbeteren.)
"No estar de acuerdo"
(Het niet eens zijn)
Ejemplo: "Ella no está de acuerdo con las nuevas reglas."
(Zij is het niet eens met de nieuwe regels.)
"¿Estás de acuerdo con esto?"
(Ben je het hiermee eens?)
Ejemplo: "¿Estás de acuerdo con esto o prefieres otra opción?"
(Ben je het hiermee eens of heb je een andere optie?)
"Estar de acuerdo en cuanto a"
(Het eens zijn met betrekking tot)
Ejemplo: "Estamos de acuerdo en cuanto a la necesidad de cambios."
(We zijn het eens met betrekking tot de noodzaak van veranderingen.)
De uitdrukking "estar de acuerdo" is samengesteld uit het werkwoord "estar" (zijn) en "de acuerdo", wat "in overeenstemming" betekent. "De acuerdo" komt van het Latijnse "accordare", wat "samengaan" of "overeenkomen" betekent.
Synoniemen: - Coincidir (het eens zijn) - Aceptar (accepteren)
Antoniemen: - No estar de acuerdo (het niet eens zijn) - Discrepar (van mening verschillen)