Werkwoord en zelfstandig naamwoord.
/esˈtaɾ en ˈbeɾ.θa/
"Estar en berza" wordt gebruikt in informele spreektaal om aan te geven dat iemand moe, uitgeput of zwak is. Het wordt vaker mondeling gebruikt dan in geschreven teksten.
Estar en berza: Uitgeput, moe zijn.
Voorbeeld: Después de ayudar a mudarse a mi amigo, quedé en berza. (Na mijn vriend te hebben geholpen verhuizen, was ik uitgeput.)
Ponerse en berza: Zich uitgeput voelen. Voorbeeld: Con este calor, me pongo en berza rápidamente. (Met deze hitte voel ik me snel uitgeput.)
Het woord "berza" komt van het Latijnse "verza", wat verwijst naar een plantaardige koolsoort.