"Estigma" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "estigma" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /esˈtiɡ.ma/.
In het Spaans verwijst "estigma" naar een ondeugd, merk, of negatieve perceptie die aan een persoon of groep wordt opgelegd. Het kan betrekking hebben op sociale of culturele vooroordelen, met name in de context van geestelijke gezondheid, discriminatie, en sociale uitsluiting. Het woord wordt vaak gebruikt in zowel geschreven als mondelinge contexten, maar het komt meer voor in geschreven teksten zoals sociale wetenschappen en artikelen die zich bezighouden met sociale rechtvaardigheid.
El estigma asociado a las enfermedades mentales puede afectar la búsqueda de tratamiento.
(Het stigma dat verbonden is aan mentale ziekten kan de zoektocht naar behandeling beïnvloeden.)
Ella lucha todos los días contra el estigma que enfrenta por ser diferente.
(Zij vecht elke dag tegen het stigma dat ze ondervindt omdat ze anders is.)
"Estigma" kan deel uitmaken van verschillende idiomatische uitdrukkingen en wordt vaak gebruikt in discussies over culturen en sociale normen.
Es necesario romper el estigma sobre las personas con discapacidades.
(Het is noodzakelijk het stigma over mensen met een handicap te doorbreken.)
Vivir con un estigma:
(Leven met een stigma.)
Muchas personas que viven con un estigma sienten que no pueden ser ellos mismos.
(Veel mensen die met een stigma leven, voelen dat ze niet zichzelf kunnen zijn.)
Confrontar el estigma:
(Het stigma confronteren.)
Het woord "estigma" komt van het Griekse woord "στίγμα" (stígma), wat 'merk' of 'teken' betekent. Het is afgeleid van het werkwoord "στίζω" (stízō), dat 'tekenen' of 'merken' betekent. Het woord heeft zijn weg gevonden in het Latijn (stigma) en is uiteindelijk in verschillende moderne talen terechtgekomen.
Synoniemen: - Marca (merk) - Tacha (schandvlek)
Antoniemen: - Honor (eer) - Reconocimiento (erkenning)