"Estirar" is een werkwoord in de infinitiefvorm in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "estirar" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /es.tiˈɾaɾ/.
"Estirar" kan in het Nederlands vertaald worden als: - strekken - rekken - uitrekken
"Estirar" betekent letterlijk "strekken" of "uitrekken". Het wordt vaak gebruikt in de context van lichaamsbeweging, waarbij spieren worden gestrekt of uitgerekt om flexibiliteit te bevorderen. In bredere zin kan het ook betekenen dat een voorwerp of materiaal wordt uitgerekt of verlengd. Het woord "estirar" wordt vaak aangetroffen in zowel gesproken als geschreven Spaans, hoewel het in gespecialiseerde contexten zoals sport en fitness waarschijnlijk iets frequenter voorkomt.
Es importante estirar los músculos después de correr.
(Het is belangrijk om de spieren te rekken na het hardlopen.)
Tienes que estirar la tela para que quede bien.
(Je moet de stof uitrekken zodat het goed zit.)
"Estirar" is minder vaak een integraal onderdeel van idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn een paar uitdrukkingen waarin het kan voorkomen.
Ella siempre sabe cuándo estirar la mano para pedir apoyo.
(Zij weet altijd wanneer ze haar hand moet uitsteken om hulp te vragen.)
Estirar el tiempo – de tijd rekken of proberen de tijd te verlengen.
En la última reunión, intentaron estirar el tiempo para evitar decisiones difíciles.
(In de laatste vergadering probeerden ze de tijd te rekken om moeilijke beslissingen te vermijden.)
Estirar el presupuesto – geld of middelen efficiënt gebruiken.
Het woord "estirar" is afgeleid van het Latijnse "extendere", wat "uitstrekken" betekent. Dit werkwoord heeft door de tijd heen de betekenis van uitrekken, strekken of rekken behouden.