"Evidencia" is een zelfstandig naamwoord (feminien).
De fonetische transcriptie van "evidencia" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /eβiˈðenθja/ in het Spaans van Spanje en /eβiˈdensja/ in Latijns-Amerika.
"Evidencia" verwijst naar hetgeen dat duidelijk of onmiskenbaar is en dat als bewijs kan dienen. In juridische contexten verwijst het naar materiaal of informatie die gebruikt wordt om een stelling of beschuldiging te ondersteunen. Het wordt veel gebruikt in zowel gesproken als geschreven contexten, met een lichte voorkeur voor geschreven taal, vooral in juridische en academische settings.
En el juicio, la evidencia presentada fue crucial para el veredicto.
Tijdens de rechtszaak was het gepresenteerde bewijs cruciaal voor het vonnis.
La evidencia científica respalda la teoría del cambio climático.
Wetenschappelijk bewijs ondersteunt de theorie van klimaatverandering.
"Evidencia" komt voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen, die de nadruk leggen op duidelijkheid en onmiskenbaarheid.
Dar evidencia – iets geven dat onomstotelijk bewijs levert.
Ellos tuvieron que dar evidencia de su inocencia.
Zij moesten bewijs van hun onschuld leveren.
Evidencia contundente – onweerlegbaar bewijs.
La policía presentó evidencia contundente en el caso.
De politie presenteerde onweerlegbaar bewijs in de zaak.
A falta de evidencia – in afwezigheid van bewijs.
A falta de evidencia, no se puede hacer una acusación.
In afwezigheid van bewijs kan er geen beschuldiging worden gedaan.
Het woord "evidencia" komt van het Latijnse "evidentia", wat "duidelijkheid" of "helderheid" betekent, afgeleid van "evidens" wat "duidelijk" of "offensief" betekent.