"Exceder" is een werkwoord in de Spaanse taal.
/xekˈseðeɾ/
"Exceder" betekent in essentie het overschrijden van een bepaalde grens of limiet, hetzij in hoeveelheid, waarde of aantal. Het wordt vaak gebruikt in verschillende contexten zoals wetgeving, economie en algemeen taalgebruik. Het woord heeft een gemiddelde gebruiksfrequentie en wordt zowel in mondelinge spraak als in geschreven tekst gebruikt, maar komt vaker voor in formele en juridische contexten.
Het is belangrijk om de snelheidslimiet op de weg niet te overschrijden.
Muchos estudiantes tienden a exceder el número de créditos permitidos.
Het woord "exceder" komt regelmatig voor in idiomatische uitdrukkingen, vaak in juridische en economische contexten. Hier zijn enkele uitdrukkingen:
De resultaten van het project overschreden de verwachtingen.
No exceder la cantidad permitida
Het is cruciaal om de toegestane hoeveelheid alcohol op het evenement niet te overschrijden.
Exceder en costos
Het woord "exceder" komt van het Latijnse "excedere," wat 'uitgaan' of 'overtreffen' betekent, samengesteld uit het voorvoegsel "ex-" (uit) en "cedere" (gaan of terugtrekken).
Synoniemen: - Superar (overwinnen) - Sobrepasar (overschrijden)
Antoniemen: - Reducir (verminderen) - Limitar (beperken)