Het woord "excusa" is een substantief in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "excusa" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet is /eksˈku.sa/.
"Excusa" kan in het Nederlands worden vertaald als excuses of verontschuldiging.
Het woord "excusa" verwijst naar een reden of verklaring die bedoeld is om een fout, een verzuim of een ongepast gedrag te rechtvaardigen. In de Spaanse taal wordt het vaak gebruikt in sociale en juridische contexten, waarbij men probeert te verontschuldigen of een verklaring te geven voor een bepaalde actie of gebeurtenis. Het woord is vrij frequent in zowel gesproken als geschreven Spaans, met een iets hogere frequentie in mondelinge communicatie.
No tengo una excusa para haber llegado tarde.
(Ik heb geen excuses voor het laat aankomen.)
Ella siempre encuentra una excusa para no asistir a las reuniones.
(Zij vindt altijd een excuus om niet naar de vergaderingen te komen.)
Het woord "excusa" komt vaak voor in verschillende gebieden van de Spaanse taal, vooral in uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Ejemplo: "Después de tu error, ahora estás sin excusas."
(Na je fout heb je nu geen excuses meer.)
No hay excusa.
(Er is geen excuus.)
Ejemplo: "Lo que hiciste fue muy mal, no hay excusa."
(Wat je deed was heel verkeerd, er is geen excuus.)
Excusa mala.
(Slecht excuus.)
Ejemplo: "Su excusa mala no me convenció."
(Zijn slechte excuus overtuigde me niet.)
Buscar una excusa.
(Een excuus zoeken.)
Het woord "excusa" komt van het Latijnse "excusare", wat betekent "verontschuldigen" of "rechtvaardigen". Dit verwijst naar de actie van het bieden van een reden of verklaring voor iets.