Het woord "expositor" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "expositor" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /eks.po.ziˈtoɾ/.
"Expositor" kan in het Nederlands vertaald worden als "expositor", "expositie", of "vertelster", afhankelijk van de context. Het wordt vaak gebruikt in juridische en educatieve contexten.
In het Spaans verwijst "expositor" naar iemand die een presentatie of uitleg geeft over een bepaald onderwerp, vaak in een formele of onderwijsomgeving. In een juridische context kan het verwijzen naar iemand die bewijs of argumenten presenteert. Het woord kan ook verwijzen naar materiaal dat wordt gebruikt in een tentoonstelling of expositie.
Het gebruik van "expositor" is vrij frequent in zowel gesproken als geschreven Spaans, hoewel het iets formeler is dan alledaagse conversaties.
Voorbeeldzinnen: 1. El expositor presentó su investigación ante un público atento. - De expositor presenteerde zijn onderzoek voor een aandachtig publiek.
Hoewel "expositor" niet vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, kan het wel in verschillende contexten worden gebruikt. Hieronder enkele voorbeelden:
In de handen van een expositor zijn betekent vertrouwen op zijn ervaring.
Cada expositor tiene su propio enfoque hacia el tema.
Iedere expositor heeft zijn eigen benadering van het onderwerp.
La claridad del expositor fue fundamental para el entendimiento del tema.
Het woord "expositor" komt van het Latijnse "expositor", wat "de verteller" of "de uitlegger" betekent, afgeleid van het werkwoord "exponere", wat "exponeren" of "uitleggen" betekent.
Synoniemen: - Presentador (presentator) - Conferenciante (conferentiewever)
Antoniemen: - Oyente (luisteraar) - Receptor (ontvanger)
Dit alles maakt "expositor" een veelomvattend en belangrijk woord in verschillende contexten binnen de Spaanse taal.