"Expulsar" is een werkwoord in de infinitiefvorm.
De fonetische transcriptie van "expulsar" is /eks.pulˈsaɾ/.
"Expulsar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "uitzetten", "verdrijven" of "expulsie".
"Expulsar" betekent om iemand of iets uit een bepaalde plaats of situatie te verwijderen of te verdrijven. Dit woord wordt vaak gebruikt in juridische, sociale en educatieve contexten, bijvoorbeeld in de zin van het uitzetten van een persoon uit een land of uit een school.
In het Spaans wordt "expulsar" meer gebruikt in geschreven context, maar is ook herkenbaar in gesproken taal. De gebruiksfrequentie is vrij hoog, vooral in juridische en administratieve documenten.
De school besloot de student uit te zetten vanwege zijn slechte gedrag.
El gobierno amenazó con expulsar a los inmigrantes ilegales.
Het woord "expulsar" komt niet vaak voor in idiomatische uitdrukkingen, maar het wordt wel gebruikt in enkele contexten die de betekenis van uitzetting of verdringing benadrukken.
Telkens wanneer iemand zich slecht gedraagt, vrezen ze voor een uitzetting uit de gemeenschap.
La autoridad pudo expulsar a los manifestantes que obstaculizaban el tráfico.
De autoriteit kon de demonstranten uitzetten die het verkeer blokkeerden.
La Universidad tiene reglas estrictas para expulsar a estudiantes que no cumplan con los requisitos académicos.
"Expulsar" is afgeleid van het Latijnse woord "expulsare", dat "verdrijven" of "uitstoten" betekent. Het is samengesteld uit "ex" (uit) en "pulsare", wat gerelateerd is aan "verdrijven" of "stoten".
Synoniemen: - Desalojar (ontheffen) - Echar (wegsturen) - Desplazar (verplaatsen)
Antoniemen: - Aceptar (accepteren) - Recibir (ontvangen) - Admitir (toestaan)