Het woord extintor is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "extintor" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /eks.tinˈtoɾ/.
De vertaling van "extintor" naar het Nederlands is blusser of brandblusser.
Het woord extintor verwijst naar een apparaat dat wordt gebruikt om brand te blussen. Dit kan een draagbare of automatische unit zijn. In de Spaanstalige context wordt het woord vaak gebruikt in zowel praktische als formele gesprekken, vooral in de context van veiligheid en brandpreventie. Het heeft een hoge gebruiksfrequentie in geschreven en gesproken taal, vooral in instructies, veiligheidsvoorschriften en bij brandbeveiligingscursussen.
"Het is belangrijk om de brandblusser elke zes maanden te controleren."
"En caso de incendio, utiliza el extintor más cercano."
In het Spaans is "extintor" niet bijzonder gangbaar in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele zinnen waarin het woord kan worden gebruikt in de context van brandpreventie:
"Zorg ervoor dat je altijd een brandblusser thuis hebt voor noodgevallen."
"El extintor es tu mejor amigo durante un incendio."
"De brandblusser is je beste vriend tijdens een brand."
"Después de un incendio, el extintor puede salvar vidas."
Het woord extintor komt van het Spaanse werkwoord "extinguir", wat "blussen" of "uitdoen" betekent. Dit werkwoord heeft zijn oorsprong in het Latijnse "extinguere", dat "uitblussen", "uitdoven" of "onderdrukken" betekent.
Door deze informatie heb je nu een uitgebreide kennis over het woord "extintor" in verschillende contexten.