Het woord "feliz" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans.
De fonologische transcriptie van "feliz" in het Spaans volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is /feˈlis/.
"feliz" betekent "gelukkig" in het Nederlands. Het wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven Spaans. Het is een veelvoorkomend woord in de taal en wordt regelmatig gebruikt in zowel dagelijkse conversaties als formele teksten.
Aangezien "feliz" een bijvoeglijk naamwoord is, heeft het geen vervoegingen in werkwoordstijden.
Estoy muy feliz hoy.
Ik ben vandaag erg gelukkig.
Siempre es importante ser feliz.
Het is altijd belangrijk om gelukkig te zijn.
"feliz" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
Estar en su salsa
In zijn element zijn
Estar feliz haciendo algo que le gusta mucho.
Ser de armas tomar
Een fel karakter hebben
Ser feliz con cierta agresividad o contundencia.
Llevarse el gato al agua
De overhand hebben
Ser feliz en la consecución de algo.
Salirle el tiro por la culata
Het tegenovergestelde gebeurt van wat verwacht werd
No ser feliz en la realización de algo.
Poner toda la carne en el asador
Alles op alles zetten
Hacer todo lo posible para ser feliz.
Tirar la casa por la ventana
Heel veel kosten maken voor een evenement
Ser feliz derrochando alegría o riqueza.
Echar leña al fuego
Het vuur aanwakkeren
Ser feliz contribuyendo a la confrontación o dificultades.
Het woord "feliz" komt van het Latijnse woord "felix", wat "gelukkig" of "vruchtbaar" betekent.
Synoniemen: alegre, contento, dichoso
Antoniemen: triste, infeliz, desdichado