feliz - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Online Woordenboek

feliz (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

Het woord "feliz" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans.

Fonologische transcriptie

De fonologische transcriptie van "feliz" in het Spaans volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is /feˈlis/.

Betekenissen en Gebruik

"feliz" betekent "gelukkig" in het Nederlands. Het wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven Spaans. Het is een veelvoorkomend woord in de taal en wordt regelmatig gebruikt in zowel dagelijkse conversaties als formele teksten.

Werkwoordstijden

Aangezien "feliz" een bijvoeglijk naamwoord is, heeft het geen vervoegingen in werkwoordstijden.

Voorbeelden

  1. Estoy muy feliz hoy.
    Ik ben vandaag erg gelukkig.

  2. Siempre es importante ser feliz.
    Het is altijd belangrijk om gelukkig te zijn.

Idiomatische Uitdrukkingen

"feliz" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:

  1. Estar en su salsa
    In zijn element zijn
    Estar feliz haciendo algo que le gusta mucho.

  2. Ser de armas tomar
    Een fel karakter hebben
    Ser feliz con cierta agresividad o contundencia.

  3. Llevarse el gato al agua
    De overhand hebben
    Ser feliz en la consecución de algo.

  4. Salirle el tiro por la culata
    Het tegenovergestelde gebeurt van wat verwacht werd
    No ser feliz en la realización de algo.

  5. Poner toda la carne en el asador
    Alles op alles zetten
    Hacer todo lo posible para ser feliz.

  6. Tirar la casa por la ventana
    Heel veel kosten maken voor een evenement
    Ser feliz derrochando alegría o riqueza.

  7. Echar leña al fuego
    Het vuur aanwakkeren
    Ser feliz contribuyendo a la confrontación o dificultades.

Etymologie

Het woord "feliz" komt van het Latijnse woord "felix", wat "gelukkig" of "vruchtbaar" betekent.

Synoniemen en Antoniemen

Synoniemen: alegre, contento, dichoso
Antoniemen: triste, infeliz, desdichado