Frijol is een zelfstandig naamwoord in het Spaans. Het verwijst naar een soort peulvrucht, vaak gebruikt in verschillende gerechten.
De fonetische transcriptie van frijol in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /fɾiˈxol/.
Frijol vertaalt naar het Nederlands als boon.
In het Spaans betekent frijol specifiek "boon", meestal verwijzend naar verschillende soorten bonen zoals zwarte bonen, pinto bonen, en kidneybonen. Het is een veelgebruikte term in de Amerikaanse en Mexicaanse keuken, waar bonen een belangrijk onderdeel vormen van diverse traditionele gerechten, zoals burrito's, tacos en verschillende soepen.
Het woord wordt vaak gebruikt in zowel de mondelinge als de geschreven taal, met een lichte voorkeur voor gebruik in de spreektaal, vooral in gastronomische contexten.
Me gusta comer frijol con arroz.
(Ik hou ervan om boon met rijst te eten.)
En México, frijol es un ingrediente esencial en muchas recetas.
(In Mexico is boon een essentieel ingrediënt in veel recepten.)
In het Spaans komt het woord frijol ook voor in enkele idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
A veces, tienes que sacar frijoles para ser tú mismo.
(Soms moet je uit de schulp komen om jezelf te zijn.)
Estar como frijoles (erg comfortabel zijn)
Después de un largo día de trabajo, estoy como frijoles en casa.
(Na een lange werkdag voel ik me erg comfortabel thuis.)
Dar frijoles (een gunst of gift doen)
Het woord frijol komt van het Latijnse frīgŏla, wat ook "boon" betekent. Het heeft door de jaren heen verschillende vormen aangenomen, maar de betekenis en het gebruik zijn relatief consistent gebleven.
Er zijn geen directe antoniemen voor frijol, aangezien het een specifiek soort voedingsmiddel is en antoniemen doorgaans betrekking hebben op eigenschappen of kwaliteiten, maar men zou het kunnen beschouwen in de context van andere voedingsmiddelen of ingrediënten die niet als peulvruchten worden geclassificeerd.