"Frutero" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
/fɾuˈteɾo/
Het woord "frutero" kan vertaald worden als "fruitmand" of "fruitstal". In sommige contexten kan het ook verwijzen naar iemand die fruit verkoopt.
In het Spaans verwijst "frutero" meestal naar een object, zoals een mand of schaal waarin fruit wordt bewaard of gepresenteerd. Het kan ook gebruikt worden om te verwijzen naar de persoon die fruit verkoopt, vooral op markten. Het gebruik van het woord is vrij gangbaar, zowel in gesproken als geschreven Spaans.
De fruitmand op de tafel is vol met appels en sinaasappels.
El frutero del mercado ofrece una gran variedad de frutas frescas.
Het woord "frutero" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar in sommige informele contexten kunnen we enkele zinnen vinden:
Niet alles wat glimt is goud, en de fruitmand heeft altijd rijp fruit.
En la frutero se encuentran las mejores sorpresas.
In de fruitmand vind je de beste verrassingen.
Cada frutero tiene su propio estilo.
Het woord "frutero" is afgeleid van het Spaanse woord "fruta", wat "fruit" betekent, met de toevoeging van het suffix "-ero", dat vaak gebruikt wordt om een persoon of object aan te duiden dat een bepaalde functie of taak heeft.
Synoniemen: - Canasta de frutas (fruitmand) - Vendedor de frutas (fruitverkoper)
Antoniemen: Er zijn geen directe antoniemen voor "frutero", maar in de context van voedselverkoop kunnen woorden als "carnicero" (slager) en "pescadero" (visspecialist) als tegenstellingen worden gezien in termen van de soort voedsel die ze verkopen.